Graag deel ik uit mijn ‘herinneringen’ aan vroeger.
In eerste plaats zijn deze verzameld en opgetekend voor mijn vrouw, onze kinderen, de 5 kleinkinderen, familieleden en vrienden.


Het begin 1953/1954
Inleiding
Mijn vader en moeder trouwden in april 1953 en gingen wonen in Zaventem. Mijn vader werkte al enkele jaren bij Sabena, en mijn moeder was werkzaam als typiste op de administratieafdeling van een luciferfabriek (Union Allumettiere) in Ninove.

Het was een hele leuke periode voor mijn ouders. Zij woonden in Zaventem in de Watertorenlaan. In de vrije tijd gingen ze regelmatig picknicken in het gras naast de start/landingsbanen, om de Dakota’s te bekijken. Daar sleutelde mijn vader overdag immers aan. Hij kon de binnen- en buitenkant van dat vliegtuig als het ware‘’uittekenen’’.

Daar was echter wel een en ander aan vooraf gegaan!
De oorlogsjaren – onderduiken – de RAF

foto: Rebekka aan de bron- een potloodschets door mijn vader gemaakt in 1943 tijdens zijn onderduikperiode
In 1943 moest hij onderduiken voor de Duitsers. Zelfs zijn zus Jeannette wist niet beter of hij was naar Duitsland vertrokken, om daar verplicht in de Junkers vliegtuigenfabriek te gaan werken.
In de avondschemering lag mijn vader echter languit op het plat dak van zijn schuiladres eerst in Gent en later in Ninove, mijmerend naar de formaties Amerikaanse en Engelse bommenwerpers te kijken die richting Duitsland vlogen. Later, eind 1944-1945 tijdens zijn diensttijd als oorlogsvrijwilliger bij de RAF , is die fascinatie voor alles wat vloog alleen nog maar toegenomen. In dit verband verwijs ik ook naar zijn eigen verhaal (zie vanderelst-familiekroniek). Bij de RAF heeft mijn vader nog een aanvullende opleiding gevolgd als boordwerktuigkundige. December 1945 was het démobilisatie van zijn eenheid in Newmarket , en kwam hij terug naar huis.
Foto’s – dec. 1944 – Newmarket in Suffolk Belgian Section Royal Air Force
Dankzij zijn goede opleiding en ervaring opgedaan in Engeland, kon hij na zijn terugkomst vlot aan de slag bij Sabena. Van mei 46 tot oktober 47 heeft hij daar in ploegendienst gewerkt. Er was heel veel onderhoudswerk aan de vliegtuigen. Ook ’s nachts ging dit werk gewoon door.
Oktober 1947 ging het echter mis. Mijn vader kreeg een aanval van acute gewrichtsreuma – en hield daar uiteindelijk een hartafwijking aan over. Na een lange herstelperiode van 6 maanden, keerde hij terug naar Sabena. Toen echter duidelijk werd in 1948 dat het zelf kunnen meevliegen als boordwerktuigkundige er niet meer inzat, heeft mijn vader noodgedwongen zijn loopbaan ambities moeten bijstellen. De ploegendienst kon hij wel verruilen voor enkel dagdiensten. Dat was minder zwaar, en tot 1954 heeft hij dat met heel veel plezier uitgeoefend. De foto’s getuigen daarvan. Ook verhuisde Sabena in die periode van Evere naar Zaventem. Dat scheelde mijn vader al gauw enkele uren woon- werkverkeer per dag! Nu kon hij op de fiets in 5 min. naar zijn werk.





Foto’s : Robert de Poorter- collega & vriend, als ceremoniemeester bij een Sabena kerstfeest.
Mijn vader begeleidt het zangduo op zijn splinternieuwe Höfnerguitaar
De eerste levensjaren
Mijn moeder (22 jr) was inmiddels in verwachting van mij. En had inmiddels haar baan in Ninove opgezegd. Mijn vader (29 jr) werkte overdag als werktuigkundige bij Sabena. Eind 1953 kreeg mijn vader echter een gouden tip van zijn oud Sabena collega en vriend Robert Depoorter (zie foto Sabena kerstfeest). Deze was hem reeds voorgegaan naar het technisch onderwijs. En in Gent kwam er een vacature voor nog een leraar automechanica op dezelfde school. Robert wou dolgraag, dat mijn vader ook in Gent zijn collega zou worden.
Dat was voor mijn vader een buitenkans – hij is ’s avonds direct hard gaan studeren, om zich in korte tijd grondig voor te bereiden op het toelatingsexamen. En hij slaagde! Mijn moeder was zo blij toen ze hiervan het bericht uit Gent ontving, dat ze haar man tegemoet liep om hem dit goede nieuws te vertellen. Dat ze hoogzwanger was en het volop sneeuwde, weerhield haar daar niet van!
Onderwijs geven heeft mijn vader ruim 30 jaar lang (1954-1984) tot aan zijn pensioen, met veel plezier heeft gedaan. In 1980 kreeg hij nog een Burgerlijk Ereteken vanwege 25 jaar ‘’goede en trouwe diensten aan het land bewezen ’’. Augustus 1957 heeft mijn vader ‘’met onderscheiding’’ ook nog zijn lerarendiploma gehaald. Iets waar hij tussen 1954 en 1957 heel hard voor studeerde.


Ook heeft hij nog heel wat jaren avondles gegeven op dezelfde school, en ook autorijlessen op zaterdag. Zelf reed hij toen op een Solex brommer. Een eigen auto was niet aan de orde. Tja, de droom om ooit een stukje grond tekunnen kopen en daarop een eigen huis te laten bouwen , was toen ook al een enorme hap uit het gezinsbudget.
1954-1962
Ik ben op 14-3-1954 om 19.15 u geboren in het ziekenhuis van Ninove. Toen mijn vader op het gemeentehuis bij de burgerlijke stand als naam Rudi opgaf, mocht dat niet. Dat was geen ‘’echte’’ naam volgens de ambtenaar. Dus het werd Rudolf. Echter die naam is daarna alleen nog maar in officiële documenten gebruikt.
In dezelfde periode werden ook de voorbereidingen getroffen voor een verhuis van Zaventem naar de St. Jacobsnieuwstraat 25 in Gent. Alles werd in gereedheid gebracht in Gent. Mijn vader kreeg hierbij veel hulp van de familie Bruyneel en van de kennissen uit de Gentse Vergadering van Gelovigen. De evangelische kerkgemeenschap waar mijn ouders lid van werden.
Mijn moeder bleef in die periode met de pasgeboren baby nog 14 dagen bij haar ouders in Ninove wonen. Zodoende heeft ze de verhuis van Zaventem naar Gent niet meegemaakt.
Oom Jan Bruyneel kwam moeder en mij begin april met de auto ophalen in Ninove. We werden feestelijk onthaald in Gent met o.a. een enorme bos bloemen en een groot bord : WELKOM bij de Gentse vrienden! Moeder vertelde mij, dat dit voor iedereen een heel emotioneel moment was.


Van die eerste levensjaren weet ik me uiteraard zelf niet zoveel meer te herinneren. Enkele dingen die moeder mij verteld heeft heb ik opgetekend, en die deel ik graag.
Niet alleen mijn ouders, maar ook oom Jan en tante Rieky Bruyneel waren smoorverliefd op baby Rudi. Geen gelegenheid ging voorbij, of ik werd door hen liefdevol geknuffeld en op schoot genomen.
Dat bleef niet zonder gevolgen… hun kinderen Fine, Christine, Wim en Marijke kregen er op 14-2-1955 een klein broertje bij: Jan Bruyneel junior.
Jan zou mijn allerbeste vriend voor het leven worden!
foto’s: gezellig met de opa’s en oma’s in Ninove en Gent



De eerste jaren van mijn leven in Gent reconstrueer ik verder aan de hand van enkele anekdotes en het fotomateriaal uit die tijd.
Echter hiervoor verwijs ik ook naar Herinneringen aan Erwin Van Der Elst (11-6-1957 / 9-10-1965) opgetekend in ditzelfde blog. Deze herinneringen zal ik hieronder nog wat verder aanvullen.
Ik was een heel levendig/ondernemend menneke. Als ik huilde kreeg ik zoals vele baby’s een speen. Toen mijn ouders dat echter lang genoeg vonden duren, werd als ‘’ontwenningskuur’’ een likje mosterd aan de speen gesmeerd. Maar toen al gauw bleek dat ik de mosterd erg lekker vond en die steeds met veel genoegen van de speen opzoog, is die ontwenningskuur abrupt gestopt.

foto: een trotse moeder en blije baby (zonder speen!)
De bewoners op gelijkvloers in St. Jacobsnieuwstraat waren mevr. Finjaer met haar inwonende zoon.
Mijn moeder was een keer bij de onderburen op bezoek toen ze zelf haar zoontje boven hoorde. Ik zong het hoogste lied en begeleidde mij zelf in de maat, met hulp van de box of de kinderstoel. Daar kon ik mij heel gemakkelijk door de woonkamer mee voortbewegen (‘’kloesjen’’ in het Ninoofs dialect). Moeder schaamde zich behoorlijk. De glazen kroonluchter bij de familie Finjaer schommelde mee in de maat. ‘’Dat is niet zo erg’’ zei mevr. Finjaer, “dat brengt tenminste leven in huis’’.
Een andere keer, tijdens het boodschappen doen van moeder, was ik aan de aandacht van de werkster ontsnapt. En met de box van de muur naar de eettafel ‘’gekloesjt’’. Daarna ben ik via de stoel op de eettafel geklommen. Daar aangekomen heb ik eerst de hele koekjestrommel leeggegeten. Vervolgens teruggeklauterd op de vloer, ben ik gaan spelen met de antracietkolen uit de kolenkit. Eerst ervan geproefd, maar het overal uitsmeren was veel leuker. Niet alleen mijn gezicht…Tja, de kinderbox werd diezelfde avond nog door mijn vader in de plint vastgeschroefd!
Uit die tijd komen ook een aantal persoonlijke herinneringen naar boven.
De heer Finjaer was een fervent sportvisser. Hij ging dan ook regelmatig naar de Ardennen om daar te vissen, en met succes! Op een dag stond ik met open mond in hun keuken te kijken, naar een enorme roofvis (snoek) met hele scherpe tanden die op het aanrecht lag. Er stak zelfs nog een klein visje uit de snoek zijn bek. Dat maakte toen heel veel indruk op mij.
Vaak mocht ik mee eten. De heerlijkste combinaties werden opgediend. “Toevallig” was ik altijd wel in de buurt. Zeker als er heerlijke geuren uit de keuken kwamen. Het summum was biefstuk in roomboter gebakken. Maar, zelfs de krenten mocht ik uit het (kramiek)brood pulken…

En als er in het weekeinde autoritjes gemaakt werden in de sjieke grijze Mercedes 180 mocht ik regelmatig mee. Het allerfijnste was om op de lederen voorbank te zitten, en auto’s te kijken. Regelmatig gingen de Finjaers ergens lunchen. Op een keer mocht ik mee om met hen te lunchen. Dat maakte enorme indruk! Het was een hele deftige gelegenheid met live muziek. Toen de dirigent aan het publiek vroeg om een verzoeknummer op te geven, mocht ik mijn lievelingsnummer op het podium zelf aankondigen. En dat werd prompt door de band gespeeld. Helaas weet ik niet meer welk nummer dat was. Ik kende er tenslotte een heleboel. Uit die jaren is er nog een geluidsopname die mijn vader heeft samengesteld. Hij had een Grundig bandrecorder en een microfoon op tafelstatief. Ik had er zo te horen zin in, want ik heb een hele geluidsband met kinderliedjes en zondagschoolliedjes vol gezongen, begeleid door mijn vader op zijn Höfner klassieke gitaar. Ook is op die opname mijn babybroertje Erwin te horen, en zingen opa en oma Van Der Elst die op bezoek waren ook mee. Heel bijzonder om zo’n geluidsdocument uit het verleden nu nog eens te kunnen beluisteren.
Ook kwam oom Jan Bruyneel mij regelmatig met de auto ophalen. Dan mocht ik met hem meerijden, wat een feest. Van moeder begreep ik dat ook hij de grootste lol had, als ik alle merken van de tegenliggers opsomde. Alle auto’s kende ik al op die leeftijd. Maar het verschil tussen een konijn en een haas beschrijven, dat ging iets minder vlot …

foto: oom Jan Bruyneel
In dezelfde periode slaagde mijn moeder voor haar rijbewijs. Dat was vooral op verzoek van oom Jan. Zo kon ze dan regelmatig met een van zijn patiënten een autoritje maken. De dame was verlamd aan haar been, en kon zelf niet meer in haar eigen auto rijden.
Tja het was geen Mercedes, maar ik vond het prachtig. Helaas, na een paar maanden, eindigde dit auto-avontuur . Op een regenachtige middag gleed moeder met de Renault 4pk (=quatre-chevaux) door op de gladde tramrails in de Veldstraat in Gent, en schampte nog net een andere auto. Gevolg, een lichte voorschade aan de auto – maar, wat veel erger was : moeder durfde geen auto meer te rijden!

foto: de Renault 4pk
Foto’s : gezellig samen in Ninove




Vakantieherinneringen
Ook brak de tijd aan dat we in de schoolvakanties regelmatig een poosje in Ninove, of aan de Belgische of Nederlandse kust vertoefden met het gezin. Dat was in Wenduine, Cadzand of Noordwijk. Hieronder laat ik enkele foto’s zien die de sfeer uit die periode aardig weergeven.
In Wenduine trokken we vaak op met familie Bruyneel. Jan jr. en ik verveelden ons daar geen moment! Er waren ook vaak neefjes en nichtjes op bezoek. Dus dolle pret.
Ook de vakanties in Noordwijk en Wenduine met familie Prijt en mijn neefje Albert, waren een groot feest.
Kostbare vakantieherinneringen. Zwemmen, in de golven duiken, garnalen vangen met schepnetjes, mossels van de palen bij de golfbrekers verzamelen, forten bouwen, putten graven, veel ijsjes eten, trapautootjes huren op de dijk etc.
De vakanties in Ninove waren altijd één grote verwennerij door de opa’s en oma’s. Beide opa’s konden hele boeiende verhalen vertellen, en bezaten een grote moestuin. In de tuin en tijdens lange wandelingen in de natuur rond Ninove, kregen we al vroeg ‘’natuurkunde les’’. Ook in de keuken als de wekpotten met groenten gevuld werden stonden wij met open monden te kijken, en kregen ‘’groentenkunde les’’ van de oma’s.










foto’s (boven) : vakantiekiekjes uit Wenduine, Cadzand en Noordwijk
foto’s (onder) : dollen in de Flamingostraat in de zomermaanden, maar ook in de winter – buurman Rutgeerts nam de hele straat ”op sleeptouw”…






De jaren op de lagere school
Gaspard de Coligny, de school met de Bijbel, in Gent was een warm nest.
1e leerjaar Juffrouw Blaton; het leesplankje : aap, noot, mies… Elke dag een glas melk drinken (immers, Melk de witte motor!), boeiende geschiedenis- en aardrijkskunde lessen met prachtige schoolplaten in het klaslokaal – we hingen aan haar lippen, de kunst van het netjes leren schrijven in een schoolschrift, eerst tussen de lijntjes met pen en inktpot.
2e leerjaar Juffrouw van Poecke; alle tafels uit je hoofd leren, en opdreunen…
Tot 5de 6de leerjaar; meester Van der Hage was tevens het schoolhoofd. Een strenge, rechtvaardige meester, rookte sigaretten en woonde in de buurt (van de Flamingostraat).
Jan Bruyneel, mijn neef en beste vriend, was ook leerling op de Gaspard. Zijn vader, dr. Jan Bruyneel, was tevens hoofd van het schoolbestuur. Jan & ik moesten ons dus wel een beetje netjes gedragen.
De jaarlijkse fancy fair was altijd een van de hoogtepunten van het jaar. Daar gaf ik ook mijn eerste zoen aan een meisje. Cornelia, een klasgenootje van Duitse komaf, was de gelukkige.


foto’s : schoolreis 5e 6e klas Gaspard de Coligny – grotten van Dinant – en even poseren aan de schandpaal in Bokrijk
Armbreuk in Ninove, ziekenhuis en revalidatie
In 1962 bracht mijn moeder een bezoek aan haar vader in Ninove (oma Van Der Smissen was inmiddels overleden). Ik mocht mee, en ging in het gemeentepark spelen. En daar ging het grondig mis. In de speeltuin klom ik via de 5 meter hoge glijbaan naar boven. Dat was veel spannender dan via de trap. Echter toen ik boven aangekomen was, werd ik door een knulletje hardhandig opzij geduwd, en kukelde naar beneden. Ik viel op mijn linkerarm die de klap volledig opving. Het gevolg was een gecompliceerde elleboog- en dubbele polsbreuk.
Wat een ellende en zorg voor mijn ouders. Ik verbleef een paar dagen in het ziekenhuis in Ninove. Ik had echter heel veel pijn en werd ook nog een keer in een soort korset gehesen. Maar het waren veel te complexe breuken voor de lokale doktoren. Ze wisten niet goed wat te doen. Gelukkig kwam oom Jan Bruyneel, die tevens onze huisarts was, naar Ninove. Hij regelde dat ik in het AZ ziekenhuis in Gent opgenomen zou worden. Ik mocht direct uit het korset. Oom Jan bracht mij vervolgens naar Gent. De rit in zijn auto, op de voorbank met een groot kussen waar mijn arm op rustte, kan ik me nog goed herinneren. De autorit in de DKW was een zeer welkome afleiding. Ik had zoals eerder vermeld een zwak voor auto’s. Alleen denk ik wel dat deze autorit van Ninove naar Gent wat anders verlopen is, ik had immers wel wat anders aan mijn hoofd.
Het verblijf in de kinderkliniek van de bekende professor Hooft, zou uiteindelijk ruim 3 maanden duren.
Wat een feest was het, toen ik door mijn moeder eindelijk opgehaald werd uit het AZ ziekenhuis (zomer 1962) en op de fiets naar ons nieuwe huis in de Flamingostraat gebracht werd. Het moment dat we de straat indraaiden en mijn vader en Erwin uit het huis kwamen om ons te begroeten, zal ik nooit vergeten.
Die fietsrit van en naar het AZ ziekenhuis, zouden we daarna nog heel vaak maken. Er volgde namelijk een jarenlang revalidatie programma en fysiotherapie in het AZ ziekenhuis. Mijn moeder heeft me al die jaren een paar keer per week, eerst op de fiets, later op de Solex, naar het ziekenhuis gebracht. Iets waar ik haar en mijn vader nog steeds erg dankbaar voor ben. Immers, de artsen hadden aangegeven dat ik er waarschijnlijk een stijve arm aan zou overhouden. Gelukkig is dit dankzij een operatie en jarenlange strenge revalidatie voorkomen. Bij die revalidatie heeft mijn vader ook een hele belangrijke rol gespeeld. Technisch als hij was, ontwierp hij ‘’op maat‘’ diverse oefenapparaten voor mijn linkerhand, pols en vingers. Die apparaten zijn toen in de orthopedische afdeling van het AZ nagebouwd en verfijnd. Mijn vader heeft hier echter nooit patent voor aangevraagd, mijn ouders hadden het veel te druk. De complimenten van de specialisten waren voldoende voor hem, maar vooral de revalidatie van mijn linkerhand was ermee geholpen.
De jaren daarop verliepen ‘’zorgeloos’’. Eigenlijk leek het wel een grote vakantie in de Flamingostraat. Opa en oma Van Der Elst inwonend. Erwin en ik werden erg verwend. De wijk kreeg steeds meer woonvorm, en werd een bijna compleet volgebouwde straat. Gelukkig waren er nog enkele vrije kavels waar we ook gewoon konden spelen, o.a. naast ons huis.
In de vakantieperiode kwam mijn neef Albert regelmatig naar Gent, of ik ging logeren in Eindhoven. Tijdens het schooljaar speelden Jan jr en ik op zondag na de kerkdienst, heel vaak samen. Of we speelden bij hem thuis in het grote herenhuis op de Brusselse Steenweg Ledeberg, of bij ons thuis in de Flamingostraat.
Een paar herinneringen uit die jaren.
O.a. met Albert – het uithoudingsvermogen van gevangen witte vlinders testen, in een afgesloten Lego doosje. Ja, ze kregen wel wat grassprieten als eten mee. Met Jan en Erwin – the Thunderbirds TV serie naspelen met het oude morse apparaat van mijn vader . Koptelefoon en microfoon erbij ’’International Rescue’’ schalde vanaf de bovenste verdieping in de Flamingostraat, dit alles begeleidt met het nodige gestommel, kussengevechten, verschuiven van bedden etc. In de tuin en bloemisterij achter het huis van de Bruyneels in Ledeberg : verstoppertje spelen , crossen met een zelfgemaakte zeepkist. In de bloemisterij waren de paden rul, daar kon je heerlijk slippend door de bochten crossen. En later met de Daf 33 van moeder Rieky voorzichtig een rondje door de bloemisterij rijden… tja, na te laat remmen, volgde een lichte aanrijding met de geparkeerde fiets in de garage. Volgens mij was dat direct ook onze laatste autorit zonder rijbewijs. Als het regende was er ook genoeg in het grote herenhuis en schuur te beleven. Als het spreekuur gaande was, moesten we stil zijn. Dat lukte meestal… maar als we echt in ”ons spel” zaten gebeurde er wel eens iets onverwachts. Ik herinner me in de schuur dat bij een ”aflevering Thunderbirds” een grote wandkast met verfblikken kantelde…gevolg, Jan kon direct behandeld worden door zijn vader voor een gaatje in zijn voorhoofd – hij bloedde flink, en we waren allebei enorm geschrokken.
Tja, broer Erwin had ook veel vriendjes – de buurjongetjes volgden hem overal. Hij was de absolute leider. En vertelde hun het liefst verhalen over de Heer Jezus. Voor de beschrijving van die jaren, verwijs ik verder naar de ‘Herinneringen Erwin’ in ditzelfde blog.
Neef Albert vertelde me laatst nog, dat de verslagenheid erg groot was, toen het nieuws van Erwin’s overlijden (zaterdag 9-10-1965) ook de familie Eindhoven bereikte. De familie Prijt was namelijk het weekeinde voor Erwin’s dood, nog op bezoek in Gent geweest. Bij het wegrijden uit de Flamingostraat, was Erwin op zijn grote ‘’bottienen’’(half hoge schoenen) achter hun auto aangerend. Maakte vliegbewegingen met zijn beide armen en riep : ‘’ ik vlieg naar de hemel…’’
Ook de buurman uit de Flamingostraat vertelde een soortgelijk verhaal aan mijn moeder. Toen hij in dezelfde week op donderdag thuiskwam van zijn werk, zag hij Erwin op een zandberg in de straat staan, met opgeheven armen. Onderaan de zandberg stonden zijn vriendjes uit de straat met open mond naar een van zijn verhalen te luisteren. De buurman hoorde Erwin nog net zeggen : ‘’… ik ga deze wereld verlaten…’’
Mijn moeder heeft vorig jaar, op mijn verzoek, nog wat persoonlijke herinneringen op papier gezet. Die vormen voor mij nu ook een fijne aanvulling bij het optekenen van herinneringen. Over Erwin nog hetvolgende. Ik citeer haar: “ God plukt soms een bloem in de knop! Vanuit ons huis is Erwin, begeleid tussen 2 rijen schoolkinderen, begraven onder een zee van bloemen. Het was erg emotioneel! Waar Erwin staande op een stoel, vaak voor de hele familie gezongen heeft, zingt hij nu Boven! Wat een troost dit te schrijven als je 87 jaar bent!!’’.


Maar het leven gaat door.
We pakten de draad weer op.
De wens van mijn ouders ging in vervulling. Rudi was niet langer alleen…Op 28 december 1966 kreeg ik een eerste zus, Karin! De zwangerschap en geboorte waren goed verlopen, ondanks de zorgen voor de rhesus factor bloedgroep van mijn ouders. Er was veel spanning aan vooraf gegaan – ziekenhuis onderzoek etc. De opluchting en dankbaarheid waren groot, een gezonde dochter! De wieg komt in de huiskamer te staan.
Het begin van een nieuw jaar: 1967.
Begin januari kreeg oma Van Der Elst echter een darmobstructie. Na een spoedoperatie heeft ze nog negen dagen geleefd.
Na het overlijden van oma, wilde opa Van Der Elst dat zijn bed ook in de woonkamer (boven) kwam te staan. Dat was een welkome oplossing, immers zo kwam er ruimte in huis voor een babykamer.
En ja, op 23-4-1968 werd mijn tweede zus geboren – Ann. Wat een veranderingen in het gezin. We waren allemaal trots en gelukkig met de gezinsuitbreiding. Ook opa Van Der Elst heeft nog volop genoten van deze periode. Hij hielp mijn moeder vaak met aardappels schillen, afwassen, rommelde nog een beetje in de tuin samen met mijn vader etc. Opa is nog tot op zijn 91 jarige leeftijd bij ons gebleven. Ik heb alleen maar fijne herinneringen aan deze lieve, opgeruimde en behulpzame opa. Hij is in 1970 rustig overleden.

Begrijpelijk dat de baby’s thuis ook veel aandacht kregen. Ik was inmiddels 14 jaar, en had uiteraard andere interesses dan luiers verschonen…
Bvb. op de fiets van Gent naar Eindhoven. Een grote uitdaging – avontuur – dat durfde ik wel aan. Maar waar ik geen rekening mee gehouden had, waren de zeer grillige weersomstandigheden onderweg . Het … van de regen halverwege de rit. Ik droop! Gelukkig kwam de ‘’bezemwagen’’ (uit Eindhoven) mij tegemoet rijden . Oom Albert Prijt met neef Albert vonden mij – een knappe prestatie zonder gsm en navigatie! Enkel via de fietsroute die ik gelukkig vooraf via de post had doorgestuurd. Ik weet niet meer precies waar, maar ik was de grens België/Nederland al een flink eind gepasseerd toen ze mij vonden.
Ook hier veel kostbare vakantie herinneringen. De familie Prijt bezat een paar meubelzaken in Eindhoven. De meubelzaak op de Heezerweg werd door oom Albert en tante Jeannette gerund. Een tweede meubelzaak lag aan de Frederiklaan . Daar stond in het tapijtenmagazijn ook een echte wedstrijd tennistafel. Mijn neef Albert en ik hebben daar vele uren doorgebracht, en heel wat Nl/B competities afgewerkt. Ook als er een interessante voetbal oefenwedstrijd op de kalender stond, mochten we mee met Albert’s vader, die een seizoenkaart had bij PSV.
Hoera, 1968 de eerste auto!
Eindelijk was het zover. Mijn vader kocht een splinternieuwe witte Fiat 124. De auto paste net in de gang. In die tijd was de gang nog leeg – later werd dat echter de muziekkamer met mijn vaders Hammond orgel met Lesliebox. En sliep de auto buiten. J
Wat een feest waren de eerste ritjes in de Fiat . We waren de koning te rijk. Ninove, Wenduine, Eindhoven waren ineens heel wat makkelijker bereikbaar. Alhoewel de vele jaren met openbaar vervoer, ook boeiende reizen opleverden.

Inmiddels was ik van het Koninklijk Atheneum Gent – overgestapt naar het technisch onderwijs. Ik koos voor de grafische richting. Een hele stap, maar van die keuze heb ik nooit spijt gehad.
En ja, die nieuwe school…was inderdaad het Stedelijk Technisch Instituut in Gent, waar mijn vader ook leraar was. In het Atheneum zaten we met 34 jongens in de klas – op de technische school zaten we met 8 in de klas. Deze opleiding heb ik in 3 jaar afgerond. Wat me toen al duidelijk werd, was het feit dat ik de technische vakken niet zo spannend vond – dát had ik zeker niet van mijn vader… Ik vond de creatieve onderdelen zoals kunstgeschiedenis, typografie, calligrafie, fotografie, lithografie en tekenen veel interessanter.
De studie werd later afgerond met een leerzame en leuke uitstap naar Parijs. Een stad vol kunst & creatieve uitingen. We sliepen in het Belgisch paviljoen op de Sorbonne Universiteit.







foto’s: B&B in de Sorbonne, bezoek aan Louvre, Versailles, Notre Dame, la tour Eiffel, en bien sur Café Tabac
Een ernstig auto ongeluk
Februari 1970.
Op weg naar een verjaardagfeestje in Gent – zonder de kinderen (ik paste thuis op)- werden mijn ouders frontaal aangereden door een verpleegster met grote haast. Een enorme klap. Moeder bewusteloos. Mijn vader half verdoofd. Tja, autogordels behoorden toen nog niet tot de standaard autouitrusting. Ze waren wel besteld voor de Fiat. Echter de levering kwam te laat…

In het ziekenhuis kwam mijn moeder pas bij. Een zeer zware hersenschudding, ribben gebroken, veel snijwonden van het glas in knie, voorhoofd etc en veel bloed verloren– mijn vader vertelde haar later, dat hij dacht dat ze dood was. Maandenlange behandelingen in het ziekenhuis en onderzoeken zouden nog volgen.
Toen ik de volgende ochtend ontwaakte –beneden kwam, en een onbekende bontjas aan de kapstok in de gang zag hangen, realiseerde ik mij direct dat er iets ernstig gebeurd was. Toen tante Rieky naar beneden kwam vernam ik wat er precies gebeurd was. Wat een toestand! Allebei je ouders in het ziekenhuis Ja, dan voel je als 16 jarige zoon ineens wel de volle verantwoordelijkheid. Maar met veel hulp vanuit de familie en vergadering , was na verloop van tijd de situatie thuis weer redelijk normaal. Mijn moeder heeft echter wel een flink trauma opgelopen van dit ongeluk . In een auto meerijden… voortaan alleen als het écht nodig was!

foto: Wenduine – zus Ann, en moeder met vakantievlechtjes ; ”kijk eens onze stoere redder…”







Foto’s : thuis gezellig bij de open haard (een favoriete bezigheid van mijn vader: biefstukjes bakken in de open haard, verder de verjaardag van Karin & kerst bij de Bruyneels
Kennismaking met Operatie Mobilisatie (OM)
Er ging een jaar voorbij. In dat jaar maakte ik ook kennis met het werk van Operatie Mobilisatie. Een internationale christelijke studentenorganisatie. Door middel van bijeenkomsten, zang, huis-aan-huis verspreiding van lectuur werd aan evangelisatiewerk gedaan. Met neef Jan bezocht ik een aantal van die presentatieavonden in Gent. We waren beide gefascineerd door dit mooie werk.
Uiteindelijk kregen we de oproep/uitnodiging om het OM team te komen versterken, wat die zomer werkzaam zou zijn in Gent. Dat hebben we beide gedaan. Een hele belevenis als 2 Belgen tussen al die andere nationaliteiten, en ook nog in je eigen stad! Engels was uiteraard de voertaal. Een van de internationale projecten van OM, was om het evangelie te brengen door middel van een schip : de Logos. Daar kom ik later nog op terug.
Een tweede ongeluk
Het was inmiddels kerst 1972 – we waren op bezoek bij opa Van Der Smissen in Ninove, om samen kerstavond door te brengen.
Mijn moeder had uit Gent alle attributen meegenomen om te fonduen.
foto: opa Van Der Smissen
We reden inmiddels in een Daf 55, die auto had mijn vader van een buurvrouw overgenomen.

De auto zat aardig vol met iedereen aan boord, en een autokoffer vol keukenattributen. Het werd een heel gezellige kerstavond. In Vlaanderen is kerstavond immers een echt familiefeest. Echter eerste kerstdag moesten we al vroeg terug naar Gent rijden. Er was nl. een kerstdienst en moeder moest meezingen in het koor.
Op de heuvelachtige en bochtige weg van Geraardsbergen naar Aalst, werd mijn vader verrast door een spekglad weggedeelte. Er was nl. NIETS gestrooid, de zakken met strooizout lagen gewoon aan de kant van de weg. De auto ging slingeren – pa verloor de controle over het stuur – de auto gleed tegen een grote steen die aan de kant van de weg lag, en ging daardoor over de kop.
Moeder die al achterin zat vanwege haar angst in de auto, boog zich intuïtief over mijn zusjes en kreeg de klap van het dak in haar nek. Het gevolg was een totale verlamming (dwarslaesie). Wat een schok. Ik zat voorin naast mijn vader. Klauterde door de kapotte voorruit uit het wrak – liep direct de weg op om de auto’s die volgden, te waarschuwen voor de gladheid. De ambulance kwam en die bracht mijn moeder op verzoek van mijn vader, direct naar het AZ ziekenhuis in Gent.
Een zeer zware periode volgde. Mijn moeder heeft totaal 7 maanden in het ziekenhuis gelegen. Ze was toen 39 jaar, totaal verlamd, en uitgeschakeld om voor het gezin te zorgen. Gelukkig is tante Dien (weduwevrouw van mijn vaders halfbroer Anton) ons gezin te hulp geschoten. Wat hebben we geboft met haar. Een geschenk uit de hemel! Wat een lieve vrouw en hulpmoeder voor ons allemaal.
Een moeilijke periode voor het hele gezin. Er is veel voor mijn moeder gebeden. En moeder is met hulp van de Heer en buitengewoon veel wilskracht, een heel eind terug kunnen komen. Zover kunnen herstellen dat ze weliswaar deels gehandicapt, toch weer met de nodige huishoudelijke hulp, zelf voor haar gezin kon zorgen. Een wonder – want de voorspelling van de artsen was : de rolstoel (*) .
Echter de jarenlange aanvullende revalidatietherapie in het ziekenhuis , 3x per week was wel hard nodig.
(*) PS mijn moeder is inmiddels 88 jaar mogen worden. En de rolstoel staat nog steeds ongebruikt in de kelder van het gebouw in Goes, waar ze nu woont!
OM zomer en jaarprogramma – geen Logos maar Heverlee (B)



Zomer 1972 ben ik opnieuw met een OM team op stap geweest, dit keer vanuit Oostende in België. Het team stond onder leiding van Bert Kamphuis – een Canadees met Nederlandse roots. Een geweldige teamleider met een stem die klonk als een klok! Ik hoor zijn stem nog schallen door het zwembadgebouw : “Jesus is the antwoord for Ostend…”
Maar het internationale werk met het OM schip Logos bleef me fascineren. Langzaam ging ik er meer en meer over nadenken. Maakte er een gebedszaak van. Immers ik stond voor de keuze : verder studeren, of 1/2 jaar van je leven meegaan met OM. Dat is niet niks. Ik had er zelfs een beginnende verkering voor stopgezet, omdat ik het niet eerlijk vond om het meisje zolang te laten wachten. Toen ik op een wonderlijke wijze afgekeurd werd voor mijn legerdienst, was het mij helemaal duidelijk. Ik moest gaan!
Er werd echter wel door de OM leiding gesteld, dat de kandidaten voor een 1 of 2 jaarprogramma vóóraf eerst een voorbereidingsconferentie bij moesten wonen.
In diezelfde periode leerden we ook de Bus familie kennen. Ze woonden in het Europese hoofdkwartier van OM, gevestigd in Zaventem. Vader Bus runde met zijn team de OM garage in de oude fabrieksgebouwen . Daar werden alle ‘’OM-vehicles’’ voor Europa onderhouden. Jan & ik waren regelmatig in Zaventem – Ook bezochten we samen de zangavonden Singspiration (door de Bus-sisters). De familie Bus bezocht ons ook in Gent. Voor Jan bleef dat echter niet zonder gevolgen … immers hij kreeg verkering met een van de zusjes : Debbie!
In de zomer van 1973 nam ik nog deel aan een OM zomercampagne in Sardinië. Een prachtig eiland. De lokale pastors stonden ons met tranen in de ogen op te wachten in de haven, toen we met onze volgepakte OM – VW busjes van de boot reden. Er was veel geestelijke duisternis op het eiland, maar we mochten daar de blijde boodschap van het Evangelie verspreiden. September 1973 ben ik aansluitend 6 weken in Londen geweest. De OM jaarconferentie. Wat een happening was dat. Zoveel jonge mensen ontmoeten vanuit de hele wereld, met hetzelfde doel. Maar ook de zendelingen persoonlijk kunnen ontmoeten. Per land waar ze werkten, gaven ze een presentatie. Ook maakten de wekelijkse bidstonden, die vaak ’s nachts gewoon doorgingen veel indruk op mij.
Uiteindelijk kwam het moment dat de keuze gemaakt werd , welke bestemming voor jou persoonlijk geschikt was. Er volgden zgn. intake gesprekken. Ik had al aangeven dat ik het kleine huisdrukkerijtje aan boord van de Logos wou gaan bemannen. Dat vond de int. OM leiding een uitstekend idee. Echter de avond voor de definitieve beslissing, kwam de leider van OM België ( Kees Rosies) mij zeer dringend vragen of ik toch wilde overwegen om eerst 1 jaar in België onder de studenten te werken vanuit de Intocht in Heverlee. ‘’We hebben heel dringend Belgen in België nodig!’’
Een moeilijke beslissing – immers de boot lokte. Maar ik ben in België gebleven (okt 73-juni74). En daar heb ik geen spijt van gehad. Met een franstalige belg Patrick , Anneke(Nl.) en Diane (USA) vormden we het OM schoolteam. We werden heel vaak uitgenodigd op middelbare scholen, om tijdens hun retraitedagen de studenten toe te spreken. En hun te vertellen over ons werk, onze motivatie, te zingen etc. We werden steevast aangekondigd als the Jesus people. Dat kwam vast door de stickers op onze VW bus – New Life in Jesus.
foto: het OM schoolteam met Anneke (Nl), Diane (USA), Patrick (B), Rudi (B)
Een van de meest indrukwekkende gebeurtenissen uit die tijd wil ik nog apart vermelden. We werden behalve in scholen, ook regelmatig uitgenodigd om in kerkdiensten te zingen, te spreken over onze motivatie en het werk bij OM. Eind jan. 1974 was in Heusden (B) een ramp gebeurd. In het Heilig Hart College was brand uitgebroken in de slaapzaal van het internaat . 23 jongens kwamen daarbij om het leven . De pastoor, die we bij een eerdere retraite hadden ontmoet, nodigde ons een paar weken later uit om tijdens de mis voor een bomvolle kerk te zingen en te getuigen. We zaten daar dan vooraan op stoelen die nog vochtig waren van het vele bluswater, en de geur van de brand hing nog in de kerk. Het was een heel indrukwekkende kerkdienst.

foto: een aantal OM’ers van het jaarteam Heverlee tijdens een wandeling , de mannen vonden het ver genoeg…
De laatste zomercampagne met OM, terug naar huis.
Zomer 1974 ben ik nog als afsluiting van het jaarprogramma , met een OM zomerteam voor een maand naar Udine Italië afgereisd. We sliepen daar op een stuk karton in onze slaapzak in een koele evangelische kerk. Gingen tot de kleinste dorpjes in de bergen bezoeken, fascinerend werk. Zeker als je beseft dat een paar jaar later, datzelfde gebied getroffen is door een grote aardbeving met heel veel doden.
We leefden in Udine erg bescheiden, immers elk team moest zichzelf bedruipen met de inkomsten uit de boekenverkoop. We kregen heel vaak droog brood en ‘’kale’’ sla met een glas water, in het team als maaltijd. Oh ja er was ook jam . Maar dat deerde niet!
In gebrekkig Italiaans spraken we de mensen aan – ik herinner me de ingestudeerde zin nog goed (schrijfwijze laat ik maar voor wat het is) :‘’..siamo un gruppo studentesco internationale evangelici qui distribuiscono dei stampati christianni…’’ Tja, gebrekkig was het wel – maar de mensen waardeerden het.
Onverwacht terug naar huis
Na ca 2 weken kreeg ik onverwacht een telefoontje van mijn moeder. Met het bericht dat mijn vader op korte termijn een open hartoperatie moest ondergaan. En het verzoek om naar huis te komen, ze had me dringend nodig!
Met instemming van de OM leiding – ben ik zsm terug naar huis gereisd. Tot Interlaken kon ik gelukkig meerijden met een Zwitsers teamlid die ook naar huis ging. Daarna met de trein Basel, Brussel, naar Gent.
De operatie slaagde en mijn vader knapte heel erg op, na de plaatsing van een eerste kunstklep in zijn hart. Praise the Lord!
Aan de slag
Terug thuisgekomen, moesten er wel centjes verdiend worden. Op mijn persoonlijke verlanglijstje stonden nl. een stereo installatie, een auto etc. En die komen niet vanzelf…
Niet getreurd, gewoon mouwen opstropen, en aan de slag. Een bekende antiquair in Gent boodt uitkomst. Hij wilde mij wel een kans geven om een centje bij te verdienen. Wat begon met een tafeltje/kastje schuren bij mijn ouders achter in de tuin, kreeg een interessant vervolg in de werkplaats boven zijn antiekwinkel. Ik mocht daar George zijn restaurateur helpen. Dat heb ik met veel plezier gedaan, en van deze vakman heel veel geleerd over antiek. Met de antiquair zelf ben ik ook diverse keren met een vrachtauto naar Engeland afgereisd, om antiek op te halen. Hij had daar een heel netwerk opgebouwd. Het was hard werken, maar ik beheerste de engelse taal en mocht namens hem ook het woord voeren bij de veilingen die we bezochten. Van Sotheby in Londen, tot het platteland in het noorden van Engeland, overal had hij zijn contacten. En ik mocht de hotels en restaurants uitzoeken via de Michelingids! Hoe meer sterren die hadden, hoe blijer antiquair Jan werd. We sliepen een keer in de bruidssuite van het sjiekste hotel in Stratford-upon-Avon. Dat hotel helemaal van hout gebouwd, dateerde volgens mij nog uit de tijd van Shakespeare.
De eerste échte baan
In 1974 solliciteerde ik bij de Standaardgroep in Brussel naar een baan als vormgever op de layout afdeling. Deze baan bleek echter vooraf al intern ingevuld te zijn. De vacature waar ik op gesolliciteerd had, was voor de vorm ‘’officieel’’ in de krant gezet… Mijn teleurstelling was groot. Maar ik werd na een week gebeld vanuit Brussel, of ik nog een keer langs wilde komen. Lang verhaal kort – ik startte bij de NV Periodica/Standaardgroep op de Studie&Planningsafdeling als traffic medewerker. We waren een klein team specialisten (3 mannen en 2 vrouwen), en verantwoordelijk voor de coördinatie van een twintigtal tijdschriften. Dagelijkse contacten met de redacties,adverteerders,reclamebureaus nat. en intern., en onze eigen technische afdelingen drukkerijen in Brussel en Groot Bijgaarden. De ervaring die ik daar in 2 jaar tijd heb opgedaan, is erg belangrijk en bepalend geweest bij mijn verdere loopbaanontwikkeling

foto: een paar van de collega’s in Brussel
(In 1976 ging de hele Standaardgroep echter kopje onder. Dat is op zichzelf al een heel verhaal…maar daar zal ik hier niet over uitweiden. Samen met 2500 collega’s was ik terug bij af. Van de een op de andere dag: werkloos).
Eurofest75 – mijn eerste auto en – op vakantie zonder ouders
Eurofest 75. met Billy Graham . Er was een flinke voorbereiding aan de organisatie van het hele evenement vooraf gegaan. Honderden vrijwilligers vanuit de diverse kerken uit het hele land, hielpen daarbij . Maar eindelijk was het zover. Eurofest’75 – de Billy Graham campagne vanuit het Heizel stadion in Brussel. Tienduizenden mensen, veel jongeren, een actuele boodschap door Billy Graham maar steeds herhaalde hij : ‘’ the Bible says…’’ Ook veel muziek o.a. Cliff Richard, Choralerna gospel koor uit Zweden etc. We mochten als organisatiecomité ook een kijkje achter de schermen nemen. Ik keek mijn ogen uit. Wat een draaiboek. Dat zou mij later beroepshalve ook nog van pas komen.











foto’s : impressie Eurofest 75 in het Heizel stadium
Het werd nu wel tijd voor een eigen auto… Immers de gewenste stereo set stond inmiddels al op mijn kamer. Samen met mijn vader uitgekozen (voor de echte liefhebbers, de set: een Kenwood tuner/versterker, Akaï tapedeck, Dual platenspeler en Celestion Ditton 44 speakers).
Die auto kiezen, dat doe ik wel even zelf dacht ik overmoedig. Ik had inmiddels 20.000 Bfr gespaard. En ik ging zeer impulsief, zonder eerst raad te vragen aan mijn vader, een auto uitzoeken voor dat budget. Hmmm, dat viel niet mee.
Bij de autohandelaar aangekomen zag ik een Opel Kadett Ralley 1900 staan. Mooi man…maar de prijs..

Uiteindelijk werd het een Citroën Azam 6 uit 1967 (2PK) voor 16.000 Bfr. Toen ik ermee thuiskwam keek mijn vader heel bedenkelijk. ‘’Wat heb jij gekocht?!’’. En om een lang verhaal kort te maken – pa heeft de auto de volgende ochtend meegenomen naar school – en zijn klas er als ‘’oefening’’ aan laten werken. Dat mocht nog in die tijd. De jongens waren blij dat ze konden sleutelen aan een echte auto. Volgens mij heeft de Azam6 toen een complete revisie ondergaan. Mijn dank en opluchting was groot. Zeker toen mijn vader de lange lijst met gebreken opsomde…ik had mijn lesje geleerd!

De auto heb ik ruim 1 jaar in mijn bezit gehad. De eerste rit naar de familie in Eindhoven zal ik niet snel vergeten. Voor alle de zekerheid (nog) niet over de snelweg, maar via de binnenwegen…. En net als jaren geleden bij mijn fietsrit, regende het pijpestelen. Maar ik zat droog, tot het water via de verluchtingsklep bij de voorruit met golven naar binnen kwam. Tja, toch een rubberen afdichtrand vergeten monteren in de les op school… Later zijn Jan Bruyneel en ik met deze auto nog op vakantie naar Noorwegen gegaan, en zijn er zelfs nog even mee in Zweden geweest. We leenden de gedetailleerde wegenkaarten van een kennis uit Gent. Die was als student een paar maanden door heel Noorwegen getrokken, op de fiets. Dat zou de 2PK wel aan kunnen schatten we in. En ik wilde ook nog even naar Zweden op terugweg. De reden : in het OM zomerteam in Udine had ik een Zweeds meisje ontmoet (Gulan) . Alleen, na 2 weken halsoverkop naar huis gaan, was te kort om nog verder toenadering te zoeken. Bij het afscheid in Udine had ik haar aangegeven als er gelegenheid was, ik wel naar Zweden zou komen.
Jan en ik hebben een prachtige reis gehad. Eerst een boottocht van 24 u A’dam naar Bergen(N) . Daar aangekomen wild gekampeerd, veel gezien, Sogne-, Hardanger- Geirangerfjord, Briksdael, de Jotunsheimen gletsjer etc – en 14 dagen prachtig weer. Dat kun je wel zien op het fotomateriaal. Zweden was ook mooi. Het bezoek aan de familie van Gulan was leuk. O.a. een kanotocht en pichnick. Maar een vervolg met Gulan is er niet gekomen.





























We kregen toen we na 5000 avontuurlijke maar veilige vakantie kilometers de boot verlieten in A’dam, nog bijna een ongeluk. Op de snelweg verloor een vrachtauto met strobalen zijn lading. Ik kon die gelukkig net ontwijken. Want hard rijden zat er met de Azam6 niet meer in. Immers de contactpunten waren versleten, en die konden ze in Noorwegen niet vervangen omdat ze geen passende engelse sleutels hadden… We zijn al schokkend naar Gent teruggereden. Na de reparatie in Gent, werd het wel tijd om naar een andere auto uit te kijken. Het olieverbruik van de eend was inmiddels zeer behoorlijk. De Azam6 verkocht ik vlot aan iemand die net zijn autorijbewijs gehaald had. Ik adviseerde hem eerst met de Azam 6 te oefenen, voor hij een nieuwe auto kocht. Dat vond hij een goed idee – ik verkocht de auto voor de aanschafprijs van 16000 Bfr.
Later vernam ik dat hij de auto binnen 2 weken compleet in de soep had gereden. Tja, als je met een eend bij een snelheid van 60 km/u ineens in zijn achteruit schakelt, dan gaat het niet helemaal goed…
In dezelfde periode zag ik een prachtige rode Volvo Amazone 123 GT uit 1968 te koop staan voor 55.000 Bfr. Een beauty. De eigenaar was een beroepsmilitair, die er altijd keurig voor had gezorgd. Een B18 motor met dubbele Weber carburators. Ik was direct verkocht. Vader had er niets op aan te merken. En ik was de koning te rijk. Dat reedt nu wel heel wat comfortabeler naar bvb. Eindhoven, Zeeland.
Een van die ritten naar Zeeland zou mijn persoonlijke leven verder, heel erg gaan beïnvloeden!!


Op reis naar Israël
April 1976, ben ik nog samen met mijn ouders 14 dagen in Israël geweest. Er werd een groepsreis georganiseerd vanuit de BEZ kerk in Gent, onder leiding van ds Arie Kleyne. Op zich was die reis een heel bijzondere belevenis. Prachtig om de plaatsen die we vanuit de Bijbel kenden, nu ook met eigen ogen te zien. O.a. Jeruzalem, meer van Tiberias, Bethlehem, Nazareth, Dode Zee, Massada, Hebron, Jericho, Negev woestijn etc. Echter we zagen ook de andere actuele ontwikkelingen. Het begin van een nieuwe oorlog! Het Syrische leger was Libanon binnengevallen n.a.v. de voortdurende gevechten van allerlei groeperingen waaronder de PLO. Later zou Israël ook betrokken raken in deze oorlog.


foto’s : de gidsen en deel van het reisgezelschap
Het was op de dag dat wij een excursie maakten naar het uiterste noorden van Israël om diverse plaatsen als de Golan-hoogvlakte, grotten Rosh Hanikra te bezoeken en dus ook dicht bij de Libanese grens kwamen. Onderweg en aan de grens zagen we het Israëlische leger in opperste staat van paraatheid. We reden met onze toerbus tussen de Sherman tanks. Dankzij onze gids Mordechai, zelf een tankofficier, passeerden we nog net alle roadblocks. Deze man was een liberale Jood . Dezelfde avond in het hotel teruggekomen- vertelde hij ons, dat hij zijn twee zonen had verloren. Allebei straaljager piloten die beide omgekomen zijn op de berg Hermon. De ene bij de 6-daagse oorlog in 1967, de andere tijdens de Jom Kipoeroorlog in 1973. De laatste zoon was Mordechai met een legerhelikopter gaan zoeken. En toen ze de neergeschoten straaljager vonden, heeft hij op de berg een monument gemaakt van de wrakstukken voor zijn omgekomDie nacht werden er ook nog Katjoesja raketten richting Israël afgevuurd. Later vertelde Mordechai ons, dat hij als gids altijd een revolver bij zich had. Immers de spanning was overal duidelijk voelbaar.
Ook later op het vliegveld. We werden niet alleen bij het vertrek van Schiphol Amsterdam aan het begin van onze reis, maar nu ook bij de terugreis vanaf Ben Goerion Airport Tel Aviv, onder begeleiding van soldaten in een pantserwagen naar het klaarstaande El Al vliegtuig gebracht. Deze prachtige reis zat erop!
Oh ja, voor ik het vergeet.
Er was een jongedame in Zeeland, die inmiddels mijn grote belangstelling gewekt had. Ze was bevriend met een van mijn zeeuwse nichtjes. Ik besloot om deze jongedame alvast vanuit Israël een kaartje te sturen. Later vertelde ze mij dat ze bij ontvangst van mijn kaart, (nog) geen idee had waarom ik die kaart naar haar gestuurd had… Gelukkig brak er snel een tijd aan, waarin ik haar dat wat meer in detail kon uitleggen.

Wordt vervolgd – Kapelle 16-7-2020 Rudi Van Der Elst