Herinneringen uit het leven van Jo Van Der Elst – Van Der Smissen

On  door Rudi Van Der Elst

Deze herinneringen zijn door mijn moeder zelf in 2019 opgetekend. Een kostbare aanvulling op datgene wat mijn vader geschreven heeft.

Hoe het begon

We zijn in Ninove op 18 april 1953 getrouwd. Jacques werkte bij Sabena als werktuigkundige. Logisch dat we in Zaventem zijn gaan wonen in de Watertorenstraat. Ik werkte als bediende bij de Union Allumettière in Ninove. Ik heb mijn contract afgebouwd en ben gestopt met werken.

Voor Jacques die jarenlang heen en weer reisde van Brussel naar Ninove was het een hele verbetering. Daar hebben we een hele fijne tijd gehad. Op zaterdag lagen we vaak bij de landingsbaan in het gras want een vliegtuig van zo dichtbij bewonderen was Jacques zijn lust en zijn leven.

Maar aan dat vrije leventje samen kwam al gauw een verandering. Vanuit Gent kwam de vraag aan Jacques om aan een examen van technisch leraar mee te doen. Zijn vriend Robert de Poorter (zelf technisch leraar) wou Jacques graag hebben. Jacques voelde ervoor en heeft zich direct ernstig en vol energie op voorbereid. Hij slaagde en werd benoemd.

Van Zaventem naar Gent

Maar hoe nu verder? Ik was hoogzwanger. In de vergadering van Gent werd iedereen ingeschakeld om een appartement voor ons te zoeken en gereed te maken.

Dan de verhuis van Zaventem naar Gent. Ik ben naar Ninove gebracht naar mijn ouders om daar te bevallen. Onze oudste zoon Rudi werd geboren op 14 maart 1954 in het ziekenhuis van Ninove. De familie Bruyneel was op bezoek en ze bleven wachten tot de geboorte, om het blijde nieuws mee naar Gent te nemen.

Hier eindigt ons verblijf en wonen in Zaventem.

Begin april 1954 ben ik met onze zoon naar Gent gebracht naar ons appartement in de Sint Jacobs Nieuwsstraat 25. Prachtige bloemen met een grote kaart erbij: WELKOM BIJ DE GENTSE VRIENDEN.

Daar zit je dan, 22 jaar met een baby van een paar weken op een voor mij totaal nieuwe stek. Ik hield het niet droog. Die nieuwe stek was een oud herenhuis met 3 verdiepingen.

Op het gelijkvloers woonde mw. Finjaer.  Op de eerste verdieping kwamen wij te wonen, en op de tweede verdieping mw. Meou.  Wij hadden aan de voorkant een ruime living. Daarnaast een smalle zijkamer en aan de achterkant een grote en ruime slaapkamer. De overloop was ingericht als keuken. Voor het toilet moest je twee trappen = 16 treden naar het gelijkvloers. Voor elke druppel water die ik nodig had liep ik een trap = 6 treden hoger. Daar was een kraan en een wasbak met afvoer. Er was een souterrain waar vroeger het personeel woonde en werkte. Daar kon ik de was doen.  Een grote brander en daarop de wasketel om de was te koken. Om hier te komen moest je nog een trap = 8 treden lager. Vanuit het slaapkamerraam had Jacques met behulp van een katrol een verbinding aangelegd naar de schoorsteen. Zo kon ik de luiers met wasknijpers via een lijn doorschuiven en later terug halen. Wij zongen dan: ‘’unser wass honkt te drogen aan de siegfrien line ha ha ha’’.  We hadden geen tuin om in te zitten of te liggen. De muren van het huis waren 40 cm dik. Om bij het plafond te kunnen moest je op een tafel en op een stoel klimmen. De plafonds waren met bloemmotieven versierd.

Onze living had een erker en dat was erg gezellig. Onze straat was druk door het verkeer maar ook reed tram 5 er heen en weer door. ‘s Avonds zat ik vaak in de erker. Je kon door de hele straat van begin tot einde kijken. Zo wachtte ik op Jacques als hij van de avondschool kwam. Dat was echt een fijne plek. De maandelijkse huur bedroeg 750 Belgische frank. Er was geen luxe en zo konden we sparen om het bedrag van het lapje grond in de Flamingostraat bijeen te krijgen. Het is een periode geweest waar we veel in parken vertoefden.

We kregen veel bezoek. Onze dokter Jan Bruyneel, voor ons een vader, vriend, hulp en broeder in Christus en samen met Rikky zijn vrouw die een nicht van Jacques is.

Vaak kwam er een telefoontje: ‘’Jo draai je zoon in een dekentje. Ik heb een paar patiënten in je buurt. Ik kom je halen.’’ Ja , ja zo ging dat. Wat een heerlijke tijd was dat toen voor ons.

Rudi ontwikkelde zich als een ondernemend mannetje die van actie hield en lawaai erbij. Hij zat in de kinderstoel en box fase.

Ik was op een morgen bij mw. Finjaer voor een rekening. Toen hoorde ik Rudi zingen en zichzelf begeleiden in de kinderstoel. De glazen luster onderging zijn tempo. Ik schaamde mij enorm maar mw. Finjaer vond het leuk. Dat brengt leven in huis vond ze. Ik dacht in de box is hij veilig, ja ja. Daar kwam ik van terug want op een morgen had ik met de werkster afgesproken om even een oogje in het zeil te houden – zoonlief zat in de box en dat was veilig dachten wij.  Het was toch maar voor even een boodschap bij de slager. Toen ik terugkwam: werkster in paniek – zoonlief lachend met een zwarte toet in de box. Hij was met de box gaan rammen en geraakte bij de stoel – vandaar op de tafel waar de koekjestrommel leeggemaakt werd. Toen terug op de stoel en vandaar naar de kolenkit met antracietkooltjes even ervan proeven, smeren, strooien en afvegen.

Resultaat: de box werd in de plint vastgeschroefd!  In onze ruime slaapkamer croste hij op zijn driewieler. We hadden een gepolitoerd slaapkamerameublement. 

Later kwam bij mw. Finjaer haar zoon inwonen. Deze ging vaak vissen in de Ardennen. Op een dag werd er beleefd gevraagd of onze zoon bij hun mocht eten?  En ja daar zag ik hem zitten netjes met een servet bij hun aan tafel. Ja wat doe je dan. Het was Rudi zijn verwenadres. Hij mocht mee als mw Finjaer met haar zoon een kopje thee in een gelegenheid gingen gebruiken en daar speelde een orkestje. De zoon nam Rudi mee naar de orkestleider en dan vroeg hij om zijn favoriete liedje te spelen. En dat gebeurde gewoon.

We hadden nog geen auto – wel een brommertje en een fiets. Maar ome Jan Bruyneel die had een auto. Het was een feest als ome Jan hem meenam. Die had er zijn lol in dat onze zoon alle automerken van de tegenliggers kende. Maar of hij een kikker zou kennen?

Mw. Meou van boven kreeg ook de nodige bezoekjes hoor. Ze had een borreltjesfles: wel ruiken maar niet proeven.

Al bij al een fijne tijd waarin de bouw van onze toekomstige woning hoe langer hoe meer vorm kreeg. Als we de gelegenheid hadden lagen we of zaten we op ons plekje.

Op 11 juni 1957 is onze Erwin geboren. Wat een blijdschap voor ons allemaal. Aan iedereen moest Rudi het vertellen. ‘’Dat is mijn broer!’’  klonk het steeds. Voor de nodige ruimte werd er gezorgd. We kregen er een kamertje bij (daar dronk mw. Finjaer vroeger een kopje thee) maar dat werd nu een kamertje voor Rudi en we hoefden geen hogere huur te betalen.

Jacques bracht Rudi naar de kleuterschool in de Volderstraat.

De Flamingostraat, met veel hoogte- maar ook dieptepunten

Op 31 juli 1962 waren we de eerste bewoners van de Flamingostraat. De weddenschap over de datum van verhuis heeft ome Jan Bruyneel verloren. We hebben het met champagne feestelijk gevierd. Diezelfde nacht is ons mamma door de Heer Thuisgehaald na een lange lijdensweg door een hersenbloeding. De begrafenis was op 3 augustus te Ninove.

Van de kleuterschool ging Rudi over naar de Gaspard de Coligny school met de Bijbel. Dit was een school met een goede naam en er heerste een gezellige en een familiale geest en sfeer. Hij kwam  bij juf Blaton.

Dokter Jan Bruyneel als voorzitter in het bestuur en als christen heeft daar een grote verantwoordelijkheid in gedragen en zo een mooi getuigenis achtergelaten.

Als jong gezin maakten we de groei van ons pleintje mee. Het werd een leuke plek voor iedereen die er kwam wonen. Heerlijke ruimte die je er had.

In die periode is er bij opa en oma Van Der Elst in Ninove ingebroken. Dat bracht zorg. De oudjes waren zo van streek en angstig…en ja hoe nu verder? Daaruit is toen door ons samen de beslissing genomen om ze bij ons in huis te laten inwonen. Zij hebben het geld wat de verkoop van hun huis opbracht, aan ons geleend. Dat werd schriftelijk vastgelegd. Elke maand werd een vast bedrag terugbetaald. Ma die vijf jaar ingewoond heeft, heeft het niet meer meegemaakt, maar pa naar 8 jaar heeft er de laatste handtekening opgezet en hebben we de afbetaling gevierd met een glas wijn en taart.

foto: opa en oma VDE met moeder Jo & zonen Rudi/Erwin

Dat het hokje vol zat hoef ik niet te zeggen, maar het was goed te doen en goed geregeld. Pa en ma waren blij en gelukkig. Ze genoten vooral van hun kleinkinderen. Voorlezen om de beurt. Iedereen deed zijn best om de andere te helpen. Het was geven en nemen. Het was gezellig. Wel een drukke bedoening af en toe want de bezoekers kwamen. Het was gezellig en iedereen kwam graag. Ja je bent 25 jaar en gezond. Je kan dan veel hebben.

Tijdens een bezoekje aan mijn vader in Ninove is Rudi in de speeltijd van een 5 meter hoge glijbaan gevallen. Hij had een elleboog – en dubbele polsbreuk. Wat een ellende. Hij is 3 maanden in de kinderkliniek van Professor Hooft het toenmalige Academisch Ziekenhuis behandeld. Op weg van en naar de kliniek liggen veel tranen van ons beiden. Een kinderkliniek, wat je daar ziet aan ellende, dat helpt je eigen leed te dragen en te relativeren. Dat is een moeilijke periode geweest. Om een gezonde speelse rakker iedere keer weer met behandelingen in apparaten en oefenen te begeleiden en te motiveren. Dit was echt nodig in zijn ontwikkeling. Jacques heeft een apparaat ontworpen om zijn duim en vingers te oefenen. Er werd geen patent aangevraagd. We hadden het te druk. Rudi als 11-jarige zat bij meester van de Haegen in de 6de klas. Erwin als 8-jarige bij meester Herrel in de 3de klas.

foto: onze laatste vakantie met Erwin erbij- Zwitserland aug.65

HELAAS, op 9 oktober 1965 om 12:30u  het zebrapad Voskenslaan – Jacques reed met de fiets om te kijken waar onze Erwin bleef. In de massa mensen die er stonden zag Jacques op de rijweg de sportzak van zijn zoon liggen. Wat er dan allemaal door je heen gaat is niet te verwoorden. Onze Rudi, al met een rugzak van een armbreuk, kreeg er een zwaar pak verdriet om zijn broertje bij om te verwerken. Met je eigen verdriet en dan je eigen kind willen helpen om te dragen…God alleen weet hoe zwaar en moeilijk dat voelt.

De avond ervoor had Erwin aan mij gevraagd: hij zei ‘’de Heer Jezus is mijn grootste vriend. Wanneer komt hij ons halen?’’ Ik antwoorde: ‘’dat weet papa en ik niet, zelf de Heer Jezus niet. Maar als God de Vader zegt: Ga, dan komt Hij ons halen.’’         De volgende dag om 12:30u was Erwin bij Zijn grootste vriend. God plukt soms een bloem in de knop. Vanuit ons huis is Erwin begeleid tussen twee rijen schoolkinderen en begraven onder een zee van bloemen. Het was erg emotioneel. Waar Erwin staande op een stoel, vaak voor de hele familie gezongen heeft, zingt hij nu Boven. Wat een troost om dit te schrijven als je 87 jaar bent.

foto: een vd laatste foto’s van Erwin

foto’s : zebrapad Voskenslaan Gent – Westerlede begraafplaats Gent

De man die Erwin heeft aangereden, heeft na 3 jaar een proces aangespannen en onze inboedel werd aangeslagen…dit voor de kosten aan zijn wagen!! (*)

(*)een kleine aanvulling door Rudi : Gelukkig kreeg deze man 3 jaar later toen de zaak waarvoor hij in 1965 niet vervolgd was verjaard was, en hij nog de onbeschaamdheid had om een claim in te dienen voor de schade aan zijn voertuig hiervoor 0 op rekest! )

Gezinsuitbreiding en afscheid nemen

In verband met onze bloedgroep (Resusfactor) ben ik in het toenmalige Academisch ziekenhuis gevolgd en heb onderzoeken gehad. Op 28 december 1966 is onze Karin geboren, een zusje voor Rudi die 12 jaar is. Wat een vreugde voor de hele familie. Alles is goed verlopen en er hoefde geen bloedtransfusie plaatsvinden. Ze had de bloedgroep van haar papa. Prijs de Heer, wat een spanning was het. De wieg komt in de huiskamer te staan. Het stekkie van de Flamingostraat is vol.

Het nieuwe jaar begon 1967.

In het begin van de maand januari kreeg ma Van Der Elst een darmobstructie. Ze werd geopereerd. Na 9 dagen heeft de Heer haar Thuisgehaald. Ze wou het zo graag. Pa Van Der Elst wou direct dat zijn bed in zijn huiskamer kwam te staan. Zo kwam de babykamer vrij.

Pa Van Der Elst heeft ma nog 3 jaar overleefd. Al zeg ik het zelf, hij heeft het naar zijn zin gehad, en ik heb hem wel verwend hoor!

Op 23 april 1968 is ons Anneke geboren. Ons geluk kon niet op. Rudi had het druk met zijn twee zussen. Ik denk wel dat hij aandacht tekort is gekomen. Ook pa Van Der Elst heeft van de kinderen genoten. De foto’s zijn hier getuigen van. Op 91-jarige leeftijd heeft de Heer ook pa Van Der Elst Thuisgehaald. Zo kwam er weer meer ruimte en konden we van ons hele huis genieten!!

foto: Rudi met zus Karin en Ann

Ongelukken met grote gevolgen

In februari 1970, op weg naar een verjaardag zonder kinderen werden we door een verpleegster die nog even voorlangs wou, het stoplicht stond al op groen, aangereden op de Burgtgravenlaan. De klap was zo hard, autogordels waren besteld maar nog niet verplicht. Ik ben tegen de voorruit geknald – was in coma – bloedbad – knie open door dashboardkastje – naar het UZ gereden. Jacques, overal pijn dacht dat ik dood was, vertelde hij mij later. Ik had een zware hersenschudding, ribben gebroken, veel bloed verloren door de snijwonden. Voor mij  het ontwaken….je komt zo van ver….Maandenlange behandelingen en onderzoeken en… proberen weer recht te krabbelen.

Een jaar later zijn we bij ons papa in Ninove om kerstavond met hem te vieren. In Vlaanderen is kerstavond een familiefeest. Op 1ste Kerstdag reden we terug naar huis. Op weg naar Aalst = een weg met veel bochten en een helling. Op een ijsplek waar niet gestrooid was, is de auto DAF met Jacques aan het stuur en Rudi naast hem, gaan glijden en slingeren. Ik zat achterin met onze meisjes…er lag een boordsteen waartegen de wagen kwam en kantelde. Ik heb met mijn lichaam de meisjes bedekt en kreeg de klap in mijn nek. (coup de Lapin). Ik was wel bij bewustzijn, kon praten, kon zien, kon horen. De rest hoorde er niet bij.  Ben met de ambulance naar het ziekenhuis in Ninove gebracht. Mijn toestand was dermate ernstig dat Jacques vroeg om mij naar het Academisch ziekenhuis in Gent te brengen. Dat werd gedaan. Zo werden onze kinderen ter plekke opgehaald en zijn we als gezin met de ambulance naar Gent gebracht. Zo

 lag ik wederom in het Academisch ziekenhuis maar nu was het heel ernstig. Wat waren we later dankbaar voor hemzelf dat Rudi niet achter het stuur zat. Hij had al zijn rijbewijs. Ik was 39 jaar en helemaal verlamd, dwarslaesie, uitgeschakeld om voor mijn gezin te zorgen.  Lieve Dien, uit Eindhoven is Jacques te hulp geschoten. Zij was 61 jaar, weduwe. Ze is een moeder geweest voor onze kinderen. Zij was een troost voor Jacques en een getuige voor de hele buurt. Zo zorgde de Heer dat ons gezin verder kon. 7 maanden gehospitaliseerd. Dan de aanpassingen van mijn lichaam – dan terug in mijn gezin.

Nu ben ik 87 jaar. Ik heb in vogelvlucht mijn leven overlopen. Ik had en heb veel vragen, die liggen open. In mijn leven heb ik gezien en ondervonden dat de Heer vaak deuren sluit en ramen opent op Zijn tijd en Zijn wijze.

de Horst Goes Zeeland,  anno domini 2019

Jo Van Der Elst

——————————————————————————————————-

Op 29-12-2024 is moeder Jo Van Der Elst – Van Der Smissen Thuisgehaald door haar Heer en Heiland Jezus Christus, en verenigd met alle geliefden die haar zijn voorgegaan.